- visiegericht (een gedeelde visie, het creëren van acceptatie bij groepsdoelen, het vormgeven van de verwachtingen van docenten, het hebben van hoge verwachtingen van leerlingenprestaties en het evalueren van de voortgang);
- bieden van ondersteuning (begeleiden van docenten en het stimuleren van de intellectuele ontwikkeling);
- cultuurgericht (het creëren van een samenwerkingscultuur en het ontwikkelen van structuren voor participatieve besluitvorming).
Uit onderzoek blijkt dat het zorgdragen voor participatie zeer belangrijk is.
Voor mijn afstuderen heb ik een praktijkonderzoek gedaan op basis van een theoretisch kader (waarin o.a. bovenstaande naar voren komt) bij een school dat als zwak is beoordeeld. Uit het praktijkonderzoek blijkt dat leiderschap de intentie wel heeft om zorg te dragen voor participatie, maar de handelingen van leidinggevenden vaak tegenstrijdig zijn. Dit draagt zorg voor rolonduidelijkheid (waar liggen de verantwoordelijkheden), maar ook tegenstrijdigheden in verwachtingen. Nu las ik onlangs het artikel "Jaap Boonstra: 'De tijd van de onaantastbare leider is nu echt voorbij' Leiderschap meer dan ooit kunst van het balanceren" van Ronald Buitenhuis in het Tijdschrift Management boek opgave juli 2011. In dit artikel wordt ook aangegeven dat leiderschap werd gedomineerd door triple C: controle, commanderen en (top-down) communiceren. Het gaat nu vooral om triple V: vertrouwen, verbinden en (waarderen van) vakkennis. En we moeten naar triple R: richting geven, ruimte bieden en resultaat vragen. Dit sluit ook aan bij mijn onderzoek en de resultaten van het literatuuronderzoek. Bij scholen zie je vaak nog de controle door de rolonduidelijkheid. Leiders verwachten bepaald gedrag van de werknemers, maar zij hebben andere verwachtingen. Waardoor leiderschap controle uitvoert en top-down gaat werken. Je bevind je dan in een cirkel, dat het gedrag alsmaar verder versterkt. Hier moet je zien uit te komen.
Boonstra geeft in het artikel aan dat leiderschap meer is dan alleen het uitzetten van een helder toekomstbeeld, maar dat het gaat om anderen daarin mee te krijgen. Dit blijkt ook uit mijn literatuuronderzoek. Het gaat om het vormgeven van de verwachtingen van mensen en het creëren van acceptatie. Het gaat volgens Boonstra om een rolbewuste leider. " Dus kunnen stabiliseren in chaos maar ook houvast bieden in tijdens van onzekerheid. Dat is meer dan situationeel leiderschap. Daarin kijk je naar de situatie en daar pas je je leiderschap op aan. Een rolbewuste leider kan in een netwerkomgeving terughoudend zijn als een bestuurlijk leider en tegelijkertijd richtinggevend zijn naar medewerkers. Ten opzichte van aandeelhouders en klanten speelt hij weer een andere rol, een rol die meer is gericht op de toekomst. Het gaat bij toekomstig leiderschap om het combineren van rollen, afhankelijk van de mensen waarmee je te maken hebt en de context waarin je je begeeft. Dat is volop balanceren dus." Aldus Boonstra.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten