naar de oorzaken van de te lage onderwijsopbrengsten. Het afstudeeronderzoek is gericht op het onderzoeken van de oorzaken, door het uitvoeren van een praktijkgericht diagnostische onderzoek naar oorzaken van de te lage onderwijsopbrengsten op het gebied van leiderschap en cultuur. Dit is gedaan middels een gap-analyse waarbij het huidige leiderschap en cultuur is vergeleken met de kenmerken van leiderschap en cultuur om te komen tot hoge leerprestaties die leiden tot onderwijsopbrengsten conform de eisen van de Inspectie van het Onderwijs. De verschillen uit de gap-analye worden gezien als de oorzaken voor de te lage onderwijsopbrengsten binnen de betreffende locatie.
Het betreft hoofdzakelijk een beschouwend ofwel een kwalitatief onderzoek. Daarnaast is een kwantitatief onderzoek toegepast, om de betrouwbaarheid te verhogen. De kenmerken van het huidige leiderschap en cultuur zijn in kaart gebracht middels enquêtes en interviews onder zowel de directie en de teamleides als de docenten. Voor de enquete is gekozen voor het raamwerk (het concurrerende waarden model) van Cameron en Quinn (2008), aangezien dit model zowel de handelingen van leidinggevende als de kenmerken van cultuur in kaart brengt. Ten Bruggencate (2009) heeft op basis van dit model drie valide vragenlijsten ontwikkeld, namelijk voor het in kaart brengen van de handelingen van leidinggevenden, de schoolcultuur en de schoolorganisatiepraktijk. Bij schoolcultuur gaat het om het belang van bepaalde zaken en de waarde die eraan gehecht wordt, terwijl de organisatiepraktijk ingaat op het daadwerkelijk voorkomen van bepaalde processen en activiteiten (Ten Bruggencate, 2009). De drie vragenlijsten zijn door de directie, de teamleiders en docenten ingevuld. Bij de groepsinterviews is gebruik gemaakt van de Delphi-methode, door voorafgaand aan het groepsinterview een reactie te vragen op een aantal stellingen. Van alle interviews is een gespreksverslag gemaakt en voorgelegd aan de geïnterviewden. Op basis van een tweede interview (bij de groepsintervies heeft een individueel interview plaatsgevonden met één deelnemer van elke groep) is het gespreksverslag besproken. Deze wijze van onderzoeken draagt bij aan de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek.
Voor het uitvoeren van het onderzoek is een literatuuronderzoek uitgevoerd naar de indirecte invloed van leiderschap op leerprestaties en onderwijsopbrengsten via de cultuur. Een aantal leiderschapsaspecten heeft een indirecte invloed op leerprestaties en onderwijsopbrengsten. De leiderschapsaspecten visiegericht, cultuurgericht en ontwikkeling van werknemers komen in verscheidene onderzoeken naar voren (Imants, Sleegers, Krüger & Witziers, 2000; Hallinger & Heck, 1997; Imants, 2010; Leithwood, Day, Sammons, Harris & Hopkins, 2006; Leithwood & Riehl, 2003; Inspectie van het Onderwijs, 2010B). Deze aspecten sluiten aan bij twee verschillende theoretische
concepten van leiderschap, namelijk onderwijskundig en transformationeel leiderschap.
Onderwijskundig leiderschap is met name gericht op taken gerelateerd aan coordinatie
en evaluatie van het primair proces (onderwijs) (Witziers, Bosker & Krüger, 2003). Transformationeel leiderschap daarentegen is gericht op de verdere ontwikkeling van het
primaire proces (onderwijs) via transformatie van de schoolcultuur (Witziers, Bosker & Krüger, 2003). Hier staat participatie centraal. Tussen de twee concepten is sprake van enige overlap op het gebied van visiegerichtheid, cultuurgerichtheid en ontwikkeling van werknemers. Echter bestaan er accent verschillen binnen deze leiderschapsaspecten, waaronder coördinatie/controle of empowerment, individueel of collectief. Hallinger (2003) veronderstelt dat het type leiderschap dat nodig is, afhangt van de situatie waarin de school zich bevindt.
Uit het literatuuronderzoek blijkt dat leiderschap via de cultuur invloed heeft op leerprestaties en
onderwijsopbrengsten. Bij de invloed van cultuur op leerprestaties en onderwijsopbrengsten gaat het
om de aspecten prestatiegerichtheid en ontwikkelingsgerichtheid van de cultuur. Prestatiegerichtheid geeft aan in hoeverre belang wordt gehecht aan hoge leerprestaties en een ordelijke sfeer (Ten Bruggencate, 2009). De leidinggevende heeft invloed op de prestatiegerichtheid van de cultuur, door het creëren van teamgeest, het benadrukken van het belang van het streven naar hoge opbrengsten en het daarop aanspreken van werknemers (Oberon, 2008 in Onderwijsraad, 2008). Bij ontwikkelingsgerichtheid gaat het om een nadruk op samenwerking, professionalisering en vernieuwing. De leidinggevende heeft hier invloed op door zorg te dragen voor duidelijke
doelstellingen, ruimte om eigen keuzes te maken en het bieden van voldoende ondersteuning.
Op basis van het literatuuronderzoek is het theoretisch kader vormgegeven. Het theoretisch kader bestaat uit de onderzoeksoptiek vormgegeven in een specifiek conceptueel model. Geconcludeerd is dat leiderschap via de schoolcultuur invloed heeft op de leerprestaties en onderwijsopbrengsten. Ook de schoolcultuur heeft een indirecte invloed via o.a. het werkklimaat (de klassensituatie). Dit laatste wordt buiten beschouwing gelaten in dit onderzoek. Bij leiderschap gaat het om de aspecten visiegericht, cultuurgericht en het bieden van ondersteuning. Bij cultuur gaat het om prestatie- en ontwikkelingsgerichtheid. In onderstaande zijn de dimensies (aspecten) en bijbehorende indicatoren opgenomen. De dimensies van leiderschap en cultuur vormen in dit onderzoek de criteria om te komen tot hoge leerprestaties en onderwijsopbrengsten conform de eisen van de Inspectie van het onderwijs.
Leiderschap
Dimensie: visiegericht
- ontwikkelen van een gedeelde visie
- creëren van acceptatie bij groepsdoelen
- vormgeven van de verwachtingen van docenten
- uitdragen van hoge verwachtingen van leerlingenprestaties
- evalueren van de voortgang
Dimensie: bieden van ondersteuning
- ondersteunen/begeleiden van docenten
- versterken van de intellectuele ontwikkeling
- stimuleren van een samenwerkingscultuur
- ontwikkelen van structuren voor participatieve besluitvorming
Cultuur
Dimensie: prestatiegericht
- hebben van hoge verwachtingen van leerlingenprestaties
- vastleggen en interpreteren van leerlingenprestaties
- nadruk op samenwerking
- professionalisering
- vernieuwing
In het praktijkonderzoek is nagegaan wat de kenmerken van het huidige leiderschap en de cultuur is binnen de betreffende locatie. Vervolgens is dit vergeleken met bovenstaande norm en is op basis hiervan een aantal conclusies getrokken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten