vrijdag 18 maart 2011

Norm voor cultuur

Net als bij leiderschap zijn de uitkomsten van verscheidene onderzoeken naar de effectiviteit van cultuur verschillend. Dit heeft te maken met o.a. gebruik van verschillende methodieken en het rekening houden met verschillende contextvariabelen. In dit onderzoek gaat het om de mediërende rol in het indirecte verband tussen leiderschap en leerprestaties en onderwijsopbrengsten. Dit wordt tevens bevestigd in het literatuuronderzoek. Cultuur heeft in dit verband een indirecte invloed via o.a. het werkklimaat in de klassen. Het werkklimaat in de klassen leidt vervolgens tot betere schoolprestaties. Dit laatste wordt in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten.

Binnen cultuur zijn twee aspecten als norm geselecteerd, namelijk prestatiegerichtheid en ontwikkelingsgerichtheid. Bij prestatiegerichtheid gaat het met name om het hebben van hoge verwachtingen en het analyseren van de resultaten. Bij dit laatste koppelen docenten de bevindingen van de observaties aan de eigen instructie. Dit betekent dat ontwikkelingsgerichtheid vervolgens nodig is om tot verbetering van resultaten te kunnen komen.

Gekozen is voor de norm prestatiegerichtheid, aangezien Maslowski (2001) aangeeft dat scholen die prestatiegericht zijn betere doorstroomcijfers behalen. Ten Bruggencate (2009) geeft aan dat een ontwikkelingsgerichte cultuur leidt tot een beter werkklimaat in de klassen en dat leidt tot betere schoolprestaties. Ook anderen benadrukken het belang van prestatie- en ontwikkelingsgerichtheid.

Een prestatiegerichte cultuur wordt ook wel een opbrengstgerichte cultuur genoemd. Het gaat hier om:

  • het hebben van hoge verwachtingen van de leerlingenprestaties;
  • het vastleggen en interpreteren van de leerlingenprestaties;
  • het centraal stellen van de basisvaardigheden van de leerlingen.

De leidinggevende heeft de volgende rol m.b.t. het creëren van een prestatiegerichte cultuur:

  • het creëren van teamgeest;
  • het benadrukken van het belang van het streven naar hoge leerlingenprestaties;
  • het aanspreken van de docenten op de leerlingenprestaties;
  • het bespreekbaar maken van de leerlingenprestaties;
  • het systematisch evalueren van de leerlingenprestaties;
  • het onderstenen van de docenten (professionalisering).

Bovenstaande aspecten die van belang zijn voor de leidinggevende komen deels overeen met de geformuleerde norm voor leiderschap, waaronder:

  • visiegericht wat betreft het uitdragen van hoge verwachtingen van de leerlingenprestaties;
  • ondersteunen van docenten;
  • cultuurgericht wat betreft gerichtheid op samenwerking.

Bij een ontwikkelingsgerichte cultuur gaat het om:

  • nadruk op samenwerking;
  • ontwikkeling van docenten (professionalisering);
  • vernieuwing.

Voor het creëren van een ontwikkelingsgerichte cultuur dient de leidinggevende:

  • zorg te dragen voor duidelijke doelstellingen;
  • zorg te dragen voor ruimte om eigen keuzes te maken;
  • zorg te dragen voor voldoende ondersteuning.

De geformuleerde aspecten van leiderschap in het kader van een ontwikkelingsgerichte cultuur komen deels overeen met de geformuleerde norm voor leiderschap, waaronder:

  • visiegericht wat betreft het formuleren van duidelijke doelstellingen;
  • cultuurgericht wat betreft het stimuleren van een samenwerkingscultuur;
  • ondersteuning van docenten.

Geen opmerkingen: