In het artikel van Vermaak ("Veranderkunde in zeven vragen") wordt o.a. ingegaan op waarom veranderen zo moeilijk is. Vaak gaat de aandacht uit naar hoe lossen we het op. Een veranderaar brengt de soll-situatie (de gewenste situatie) en de ist-situatie (de huidige situatie) in kaart. Eerder gaf ik al aan dat er een samenhang moet zijn tussen verschillende organisatie-aspecten (structuur, strategie, systemen, cultuur, personeel, technologie, etc.). De veranderaar gebruikt dit als checklist en ontwerpt vervolgens een verandertraject als een optelsom van alle activiteiten die het verschil tussen ist en soll wegpoetsen. Klinkt logisch toch? Dat zou ik wel zeggen (met mijn blauwe achtergrond - wordt trouwens de afgelopen jaren al wat minder). In het artikel van Vermaak wordt aangegeven dat de onderdelen van de verandering elkaar aak tegenspreken: reorganisaties en cultuurtrajecten verdragen zich bijvoorbeeld slecht met elkaar. De ist- en soll-situaties zijn soms eenzijdig gedefinieerd: bedrijfsprocessen ontbreken vaak in de genoemde checklist. Daarnaast is de hoeveelheid ingrepen vaak te ambitieus en overvragen de organisatie.
Naast bovenstaande wordt het evalueren vaak vergeten en wordt de volgende verandering vaak alweer ingezet.
In de theorie komt o.a. het volgende naar voren:
- Het oerconflict: enerzijds willen managers proberen te sturen, te beheersen en medewerkers te laten doen wat zij willen. Anderzijds willen medewerkers sturing en beheersing vermijden, zeker als die niet strookt met wat zij zelf willen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten